Microsoft herdenkt updateproces voor Windows Server

 
Microsoft introduceert een nieuwe updatesysteem voor Windows Server. Net als Windows 10 krijgt het besturingssysteem binnenkort twee grote updates per jaar, als je daar tenminste voor open staat. Net als bij de desktopversie van Windows wil Microsoft niet meer dat je om de paar jaar een grote versie van de server-editie koopt. Je haalt Windows Server voortaan binnen as a service, zoals dat ook bij Windows 10 het geval is.
 
Omdat niet iedereen staat te springen voor het snelle upgradetempo zal Windows Server in twee snelheden beschikbaar zijn. Het Long-term Servicing-kanaal lijkt het meest op de het systeem dat vroeger bestond. De grote updates komen minder vaak, beveiligingsupdates mag je maandelijks verwachten. In het Semi-annual-kanaal krijg je iedere zes maanden een nieuwe functionaliteitsupdate. Dat kanaal leunt aan bij het servicebeleid van Windows 10. Wie intekent op dit snelle kanaal, moet wel rekening houden met beperkte ondersteuning van oude versies. Na 18 maanden vervalt de ondersteuning van oudere versies.
 
De meeste functies die Microsoft uitrolt naar het snelle kanaal, zullen na verloop van tijd ook gebundeld worden in de trage versie. Iedere server die het Long-term-kanaal aan kan, is compatibel met het halfjaarlijkse kanaal.
 
Vanuit een beveiligingsstandpunt is het nieuwe systeem interessant. Het past ook in de visie die Microsoft over software heeft. De vraag is maar in welke iedereen hiervoor staat te springen. Het Windows as a Service-verhaal vereist een nieuwe manier van omgaan met software waar veel organisaties nog aan moeten wennen. Een combinatie met een Windows-server die een gelijkaardig stramien volgt, zal sommigen misschien afschrikken. Langs de andere kant zorgt de service-aanpak er voor dat je telkens de modernste versie van het OS draait, die het best gewapend is tegen de meest recente bedreigingen.