Open glasvezelmarkt in Nederland onder druk
Terwijl in België nog maar voorzichtig wordt geëxperimenteerd met glasvezel tot in uw woning, is de uitrol van een glasvezelnetwerk in Nederland al enkele jaren aan de gang. De keuze voor een onafhankelijke netwerkbeheerder die het netwerk openstelt voor de providers lijkt zijn vruchten af te werpen, maar recent komt dat systeem onder druk te staan.
In 2005 werd in Nederland Reggefiber opgericht, met als doel een open glasvezelnetwerk uit te bouwen om een antwoord te bieden op de toenemende vraag naar bandbreedte en snellere internetverbindingen. Het bedrijf legt het netwerk aan en stelt het vervolgens beschikbaar voor de providers die hun klanten er op kunnen aansluiten. Ondertussen heeft een kwart van de Nederlandse huishoudens toegang tot glasvezelinternet.
Maar het bovenstaande model komt sinds eind vorig jaar onder druk te staan, nadat de Nederlandse marktwaakhond Autoriteit Consument en Markt (ACM) goedkeuring gaf aan provider KPN om Reggefiber volledig over te nemen. De van oorsprong onafhankelijke netwerkbeheerder zou daardoor in handen vallen van één provider, en dat kan in de toekomst tot concurrentieproblemen leiden.
KPN is nu nog gebonden aan de verplichting om het glasvezelnetwerk voor andere providers open te stellen, maar die verplichting kan elke drie jaar worden herbekeken en mogelijk afgeschaft. Dat leidt tot onzekerheid bij de concurrerende providers die volop op glasvezeldiensten inzetten.
Zo stapte Vodafone recent naar de rechter om de overname van Reggefiber door KPN alsnog te onderzoeken. Ook het glasvezelinternet van Vodafone wordt immers via het netwerk van Reggefiber geleverd. Maar ook vanuit de Europese Commissie is er twijfel over de wijze waarop de Nederlandse toezichthouder de markt heeft afgebakend en de machtspositie van KPN werd ingesteld.
De Commissie heeft twee maanden de tijd om de situatie met ACM te bespreken, in samenwerking met het Europese orgaan voor regulatie van elektronische communicatie (BEREC).
