6 tips voor een nuttige en veilige uitrol van het internet der dingen

 
Het internet der dingen (IoT) is een term die een hype omschrijft, maar de vlag dekt eigenlijk vele ladingen. Het IoT is verantwoordelijk voor de invoer van grote hoeveelheden data die machine learning aandrijven en nieuwe zakenmodellen mogelijk maken, maar het is tevens een allegaartje van termen en platformen waardoor je maar moeilijk wegwijs raakt.
 
Het gebrek aan een universeel platform ligt aan de basis van alle ellende. Ondanks de populariteit zit het IoT nog in een opstartfase. Zowel grote bedrijven als kleine start-ups werpen zich erop, en slechts weinige doen dat zonder zelf infrastructuur te ontwikkelen waarop hun oplossing draait. Het resultaat: duizenden onafhankelijke platformen, allemaal met de ambitie om zich te ontpoppen tot standaard.
 
Zolang de markt niet geconsolideerd raakt, krijg je als IoT-aspirant te maken met keuzestress. Voor de consument vertaalt zich dat in een slimme verwarming die niet kan praten met je slimme lampen, in een bedrijfsomgeving wil dat misschien zeggen dat de datastroom die de sensoren aan de lopende band genereren, niet zomaar samenspeelt met je favoriete cloudoplossing. Om geen IoT-kater te krijgen, zijn er dan ook een aantal dingen waar je zeker op moet letten.
 

1. Software-compatibiliteit

Idealiter wil je je IoT-omgeving integreren met de rest van je bedrijf. Dat betekent dat de applicaties of toestellen die je kiest, moeten praten met hard- en software die je al bezit. Je gaat je ERP- en CRM-software vermoedelijk niet vervangen omwille van je IoT-ambities. Kijk dus uit naar IoT-oplossingen die je kan integreren met je bestaande software.
 

2. Hardware lock-in

Maak je gebruik van de publieke cloud, houd dan rekening met de beperkingen. Amazon Web Services, Microsoft Azure of de Google Cloud staan niet bekend om het enthousiasme waarmee ze het aanbod van tal van concurrenten omarmen. Bovendien willen de drie ook zelf een IoT-standaard lanceren. Zorg er voor dat je infrastructuur platformonafhankelijk blijft. Zo ben je voor de functionaliteit van je IoT-oplossing niet gebonden aan deze of gene cloudprovider.
 

3. Slimme rand

Wanneer je verschillende vestigingen hebt, of toestellen bij klanten plaatst die machines of infrastructuur in het oog moeten houden, loopt er al snel heel wat data naar een centraal datacenter. Het verwerken van massieve hoeveelheden telemetrie is niet noodzakelijk de meest efficiënte manier om daarmee om te gaan. Edge-computing wordt steeds belangrijker. Daarmee zorgt een slimme router aan de rand van een site voor een eerste analyse van de data, zodat alleen relevante gegevens worden doorgestuurd. Je wil immers niet dat je centrale dataserver iedere seconde een “alles is ok”-melding moet verwerken. De analyse van zo’n zaken gebeurt het efficiëntst aan de netwerkrand.
 

4. Wetgeving

Heeft je bedrijf meerdere internationale vestigingen? Denk dan goed na over het soort data dat je verzamelt met je sensoren en toestellen. Waar de gegevens worden opgeslagen, kan immers van belang zijn. Zeker wanneer er persoonsgebonden data binnenstroomt, moet je rekening houden met strikte regelgeving. Denk daarbij vooral aan de GDPR.
 

5. Doel en plan

Als je sensoren, intelligente toestellen en slimme lampen wilt invoeren gewoon omdat IoT hip is, kan je het geld natuurlijk beter ergens anders uitgeven. Voor je iets beslist, moet je heel goed nadenken over de plannen die je hebt. Zo kan een slimme verlichting je op termijn heel wat geld uitsparen, en zorgen sensoren in de toestellen die je levert ervoor dat je een defect bij een klant kan repareren nog voor het zich voordoet. Helemaal interessant wordt het wanneer je van het begin af aan alle data die je verzamelt combineert om zo tot nieuwe inzichten te komen. Misschien krijg je wel meer meldingen van defecte toestellen op dagen waar de temperatuur onder een bepaald minimum duikt?
 

6. Beveiliging

Misschien wel de belangrijkste, maar tevens de vaakst verwaarloosde factor in de uitrol van een IoT-oplossing is beveiliging. Onveilige protocollen kunnen ervoor zorgen dat telemetrie onderschept of misschien zelfs vervalst wordt, en een slecht dichtgetimmerde oplossing voor een slim kantoor laat een hacker toe om je lampen uit te schakelen of je verwarming omhoog te zetten. Dat is vervelend, maar het kan erger. Slimme toestellen staan in contact met je bedrijfsnetwerk, waardoor een lek in de wifi-tikklok in een vestiging op locatie een hacker uiteindelijk toegang kan geven tot je on-premise server. Wanneer je niet denkt aan de beveiliging van sensoren in de hardware van de lopende band, kan een hacker je fabriek misschien stil leggen. Zelfs wanneer een cybercrimineel het niet op je bedrijf gemunt heeft, is een slechte beveiliging van IoT-toestellen dramatisch. Ieder slim toestel is immers een minicomputertje met een netwerkverbinding, en zo’n toestel gebruiken hackers maar al te graag om een DDoS-aanval uit te voeren.